Interview met een student Nederlandse Taal en Cultuur
“ De opleiding biedt een brede basis, waarmee je veel verschillende kanten op kunt.”
Suzanne Voets is tweedejaarsstudent Nederlandse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit én de winnares van de afgelopen editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Daarnaast debuteerde ze vorig jaar met haar boek De Toverlantaarn, waarvoor ze eerder werd bekroond met de Profielwerkstukprijs Nederlands 2020.
Verdiep je in het lesmateriaal
Suzanne wist al vroeg dat ze Nederlandse Taal en Cultuur wilde gaan studeren: “Dit kwam vooral door een goede docent Nederlands op de middelbare school, die mij kennis heeft laten maken met literatuur en taalkunde. Dat is bijzonder, omdat dit normaal gesproken niet of nauwelijks aan bod komt op de middelbare school. Wat je daar doet, verschilt nogal van de studie Nederlands. Op mijn veertiende heeft hij die interesse bij mij aangewakkerd en dat is eigenlijk niet meer weggegaan.” Suzanne heeft een tip voor studiekiezers die het nog niet zo zeker weten: “Naast het volgen van een meeloopdag, zou ik willen aanraden om ook eens te kijken wat voor boeken je moet aanschaffen. Je ziet dan namelijk heel direct welke lesstof je aangereikt krijgt.”
Drie verschillende disciplines
Er wordt vaak aan haar gevraagd wat de studie Nederlands precies inhoudt. Er zijn drie verschillende disciplines binnen haar opleiding: letterkunde, taalkunde en taalbeheersing. Binnen deze richtingen zijn er allerlei verschillende vakken, zo legt Suzanne uit: “Bij letterkunde gaat niet alleen om de tekst zelf, maar ook om de wereld eromheen. Taalkunde gaat vooral over de diepere niveaus van taal, taalstructuur bijvoorbeeld. Taalbeheersing is dan weer een meer praktische benadering, waarbij je onder andere kijkt naar hoe taal wordt toegepast in reclames of redes.”
Het grotere plaatje zien
Hoewel Suzanne zich van tevoren goed had ingelezen in de studie, is er toch iets wat haar heeft verbaasd: “Ik had van tevoren niet zo kunnen bedenken dat je tijdens de opleiding leert om het grotere plaatje te zien. Zo wordt er aandacht besteed aan hoe diep teksten geworteld zijn in culturele omstandigheden en hoe teksten binnen de wereldliteratuur met elkaar verbonden zijn, wat ik heel interessant vind. Ik probeer dat in mijn eigen boek – dat gebaseerd is op de Camera Obscura van Nicolaas Beets – ook te laten zien, dat een boek een spiegel geeft van zijn tijd.” Wat ze ook verrassend vond, was de diversiteit aan teksten die de revue passeren. Zo worden er bij haar studie niet alleen romans of poëzie behandeld, maar is er ook ruimte voor het bestuderen van pamfletten of liederen.
Diversiteit binnen de opleiding
Suzanne is naast haar studie dus ook vooral bezig met schrijven, maar daarnaast bezigt ze ook andere kunstvormen als beeldende kunst en schilderkunst en speelt ze piano. Zelf is ze dus kunstzinnig georiënteerd, maar Suzanne benadrukt ook de diversiteit binnen haar opleiding: “Ik merk echt dat binnen de opleiding mensen heel erg van elkaar verschillen. Zo heb je bijvoorbeeld mensen die het liefst elke dag Vondel lezen, terwijl anderen er niets van moeten hebben.”
Brede beroepsmogelijkheden
Wanneer Suzanne gevraagd wordt om vooroordelen over haar studie te ontkrachten, vertelt ze over de arbeidsmarktperspectieven. “Mensen vragen mij vaak wat je met de opleiding kunt, maar wat betreft beroepsmogelijkheden is het veel breder dan gedacht wordt. De opleiding is heel breed en vormt daarmee een goede basis, van waaruit je veel verschillende kanten op kunt. Daar komt bij dat er dringend behoefte is aan mensen met echt goede kennis over literatuur, als we ons cultureel erfgoed levend willen houden.” Na haar bachelor wil Suzanne doorstromen naar de onderzoeksmaster, om zich daar te specialiseren in de letterkunde. “Onderzoek doen naar negentiende-eeuwse literatuur en poëzie en dit combineren met doceren aan de universiteit, dat lijkt me wel wat.”
Foto gemaakt door Anke van der Meer.