Laatst stond Evi, derdejaarsstudente Nederlands in Leiden, met belangrijk nieuws in de kranten. “Ze heeft nu al een wetenschappelijke ontdekking op haar naam staan”, schreef De Volkskrant. Uiteindelijk heeft Evi van haar bijzondere vondst in een dichtbundel een eigen onderzoeksproject gemaakt. Een van de hoogtepunten van haar studie Nederlands! Maar ook daarbuiten is ze erg blij met haar keuze voor deze studie.

Geen bètastudie, maar Nederlands

Dat Nederlands een goede studie voor haar zou zijn, wist Evi op de middelbare school nog niet. Sterker nog, ze had voor een bètaprofiel gekozen en overwoog een opleiding in die richting. Dat terwijl Nederlands altijd al haar favoriete schoolvak was geweest. Toen een docent op een gegeven moment zei “Als je Nederlands zo’n leuk vak vindt, waarom ga je het dan niet studeren?”, ging er bij haar een belletje rinkelen. Ze was na een open dag zo enthousiast dat ze zich meteen inschreef voor de studie.

Van literatuur tot argumenteren

“De studie Nederlands is breder dan je denkt”, vertelt Evi enthousiast. “Op de middelbare school vond ik Nederlands al een leuk vak, maar de studie is veel gevarieerder dan wat je op de middelbare school leert. Je leert bijvoorbeeld ook heel veel over geschiedenis. Ik vind zelf de combinatie van literatuur en geschiedenis het meest interessant, maar ook vakken over bijvoorbeeld argumenteren en taalkunde zijn heel boeiend. Door die afwisseling schrijf je steeds heel andere soorten papers. In je eerste jaar volg je echt al die richtingen. Vanaf je tweede jaar ga je je specialiseren.”

Liefde voor literatuur

Al snel wist Evi dat haar interesse vooral uitging naar oudere letterkunde. “Onderzoek doen naar oude boeken is het leukste wat er is, dat is net een puzzel. Je moet je er goed in verdiepen, omdat die teksten natuurlijk in verouderd Nederlands zijn geschreven en veel verwijzingen bevatten naar de cultuur van toen. Door je erin te verdiepen, leer je via die werken veel over die periode. Heel interessant vind ik dat!”

Bijzondere ontdekking

Laatst deed Evi een bijzondere ontdekking. Terwijl ze twee handgeschreven dichtbundels bekeek voor een onderzoeksproject, viel haar oog op de titel van een van de gedichten. Het bleek om een titelspreuk van een dichtgenootschap uit de achttiende eeuw te gaan. En nog bijzonderder: een vrouwen-dichtgenootschap. Voor zover bekend namen vrouwen in die tijd bijna nooit deel aan het literaire leven. Het feit dat er toch een dichtgenootschap van vrouwen bestond, was dan ook een bijzondere vondst. Zelfs haar docent kende het genootschap nog niet. Die ontdekking leverde Evi niet alleen landelijke bekendheid in diverse kranten op, maar ook een mooi onderwerp waar ze nog meer onderzoek naar heeft gedaan.

Verder in het onderzoek

Na haar studie wil Evi in het onderzoek verdergaan, maar eerst gaat ze starten met twee masteropleidingen. “Dat geeft me meteen een paar jaar extra de tijd om na te denken over wat ik precies zou willen. Gelukkig kan ik met mijn studie nog heel veel kanten op.” Eén ding is zeker: Evi is nog altijd erg blij met haar keuze voor de opleiding Nederlands. “Gemakkelijk is de studie niet, maar wel ontzettend leuk en uitdagend. Wat ook fijn is: doordat er niet heel veel studenten zijn, is het een gezellige opleiding met een hechte groep studenten. We gaan vaak samen na de colleges wat drinken. Die ontspannen sfeer maakt de opleiding nóg leuker.”